Het Grondwettelijk Hof heeft het wijzigingsdecreet van 16 juni 2023 dat de beëindiging invoerde van de hoedanigheid bij statutaire personeelsleden bij lokale en provinciale besturen, vernietigd. De gevolgen van de vernietiging worden beperkt tot de datum van de uitspraak van het arrest.
Het Grondwettelijk Hof verduidelijkt dat artikel 61, §1, tweede lid van het decreet rechtspositieregeling personeelsleden Gemeenschapsonderwijs van 27 maart 1991 niet verhindert dat de beslissing over de instemming met een op te leggen tuchtstraf aan een leerkracht levensbeschouwelijk onderricht aan een rechtmatigheidstoets wordt onderworpen door de tuchtrechtelijke bevoegde inrichtende macht.
Zo oordeelde het Grondwettelijk Hof in een arrest van 24 april 2025. Het Hof is van oordeel dat ook de recent bijgestelde verkaveling geen weigeringsgrond voor een omgevingsvergunningsaanvraag meer vormt, zolang de initiële verkaveling maar ouder is dan 15 jaar.
In een arrest van 7 november 2024 oordeelt het Grondwettelijk Hof dat de verplichting (voor advocaten en overheden) om de elektronische procedure te gebruiken om vorderingen tot schorsing of tot het bevelen van voorlopige maatregelen in te stellen bij de Raad van State, geen schending uitmaakt van de artikelen 10, 11, 12 en 13 van de Grondwet.
In een arrest van 3 oktober 2024 vernietigt het Grondwettelijk Hof het artikel 4.8.11, § 2, 2°, b) van de VCRO, dat voorziet in de beroepstermijn voor derden in het kader van een opname in het vergunningenregister, vernietigd.
Middels een omweg via het Provinciedecreet heeft de Raad van State het Grondwettelijk Hof bevraagd of de soepele benoemingsregeling voor Vlaamse provinciegouverneurs al dan niet verenigbaar is met het gelijkheids- en discriminatiebeginsel. In het arrest nr. 114/2024 van 24 oktober 2024 onderkent het Grondwettelijk Hof geen schending.
De 15 jaar oude verkaveling is mogelijks toch soms jonger dan je zou vermoeden. Althans dat is wat de Raad voor Vergunningsbetwistingen wil uitmaken door - opnieuw - twee prejudiciële vragen aan het Grondwettelijk Hof te stellen. De Raad heeft de smaak kennelijk te pakken.
In principe heeft elke eigenaar het recht om de verwijdering te vragen van een bouwwerk van zijn nabuur dat zich ten dele op, boven of onder zijn grond bevindt, behoudens wanneer de grensoverschrijding een wettelijke of contractuele titel heeft.
Bij arrest van 11 april 2024 heeft het Grondwettelijk Hof de door de Raad van State gestelde prejudiciële vragen over artikel 56 §3 van het Decreet betreffende het landbouw en visserijbeleid verworpen.
Middels de Wet van 25 december 2023 tot wijziging van de wet van 23 maart 1989 betreffende de verkiezing van het Europees Parlement en tot wijziging van het oud burgerlijk wetboek, teneinde de deelname van 16- en 17-jarigen aan de verkiezing van het Europees parlement mogelijk te maken zonder voorafgaande inschrijvingsplicht werd voorzien dat 16- en 17-jarigen konden deelnemen aan de verkiezing van de in België aan te duiden leden van het Europees Parlement. Ten gevolge van het arrest van 21 maart 2024 van het Grondwettelijk Hof evolueert de mogelijkheid tot stemmen naar een verplichting tot stemmen (opkomstplicht).
Vers van de pers! Het Grondwettelijk Hof heeft zich in een arrest van vandaag, 18 januari 2024, uitgesproken over twee prejudiciële vragen, gesteld door de Raad voor Vergunningsbetwistingen.