In een niet-gepubliceerd arrest van het hof van beroep te Gent van 18 april 2013 veroordeelt het Gentse hof van beroep de tussenkomende partij tot betaling van de integrale advocatenkosten die verzoekende partijen hadden gemaakt om beroep aan te tekenen bij de Raad van State.
Tegen de stedenbouwkundige vergunning van de bouwheer (verder X. genoemd) werd vernietigingsberoep aangetekend bij - toen nog - de Raad van State. Het bleek dat de vergunningaanvraag onzorgvuldig was opgesteld door de bouwheer, zodanig dat het openbaar onderzoek gevitieerd was.
Het hof overwoog: 'Aldus handelde X, als professioneel, wel degelijk foutief. Dat de vergunningverlener in eerste instantie een vergunning afleverde doet hieraan geen enkele afbreuk, evenmin het gegeven dat in de toekomst mogelijks alsnog een stedenbouwkundige vergunning zou worden afgeleverd'.
Het hof verweet de bouwheer evenzeer een constructie te hebben opgericht zonder geldige vergunning.
Wat de advocatenkosten betreft besliste het hof van beroep;
'Dat geïntimeerden door deze fouten schade geleden hebben, is eveneens afdoende bewezen.
Ze hebben immers de kosten voor de procedure bij de Raad van State moeten dragen. Dit maakt wel degelijk vergoedbare schade uit.
De procedure bij de Raad van State was noodzakelijk omdat geïntimeerden de onregelmatig verleende vergunning, (...) wel moesten aanvechten en deze alleen bij de Raad van State konden aanvechten. Dat de vergunning werd ingetrokken en de vergunningverlenende overheid derhalve uitspraak van de Raad van State niet heeft afgewacht, doet hieraan geen afbreuk. De vergunning werd pas ingetrokken nadat de procedure bij de Raad van State gestart werd. Na het door X niet-bestreden tussenvonnis van 23 december 2009 is X trouwens zelf overgegaan tot ontmanteling.
Kortom, ook het oorzakelijk verband tussen de in hoofde van X weerhouden fouten en de door huidige geïntimeerden gevorderde schade staat vast'.
Verder heet het dat zonder de oprichting van de constructie door de bouwheer 'op basis van een (door de fout van X) onregelmatig verkregen en achteraf ingetrokken vergunning huidige geïntimeerden nooit een procedure voor de Raad van State [hadden] moeten aanvangen en dienvolgens nooit de kosten van deze procedure moeten dragen.
En tenslotte nog dit:
'X is, zoals gezegd, van oordeel dat niet zij doch wel het Vlaamse Gewest dient in te staan voor voormelde kosten. Huidige geïntimeerden hebben het recht zich voor hun schade te wenden tot de partij die zij aansprakelijk achten voor hun schade. Dat een derde partij mogelijks mede-verantwoordelijk zou zijn, doet aan dit recht geen afbreuk. Het was aan X om deze derde desgevallend in de procedure te betrekken.’
Referentie: Gent 18 april 2013, AR 2011/AR/22132, ng.