Zo blijkt uit het arrest van de Raad voor Vergunningsbetwistingen nr. RvVb/UDN/1516/1121 van 23 mei 2016:‘De belanghebbende partij werpt vergeefs op dat de verzoekende partij onvoldoende persoonlijk nadeel heeft bij de gevorderde schorsingsmaatregel, nu niet de verzoekende partij maar wel de stad titularis is van haar vergunningsbeleid. De verzoekende partij is immers vergunnigverlenend bestuursorgaan in eerste aanleg. Als zodanig waakt zij door het gericht toekennen of weigeren van vergunningsaanvragen over de naleving van het ruimtelijk beleid van de stad, zoals dit onder meer vertaald wordt in stedenbouwkundige verordeningen en de gemeentelijke uitvoeringsplannen. In de mate de verzoekende partij van oordeel is dat een vergunning die in administratief beroep toegekend is, de benaarstiging van haar concreet vergunningenbeleid doorkruist, ondergaat zij wel degelijk een persoonlijk nadeel tengevolge van de bestreden vergunningsbeslissing en wordt zij gehinderd in de uitvoering van haar bestuurlijke taken.De verzoekende partij verwijst in haar verzoekschrift naar de motivering van haar weigeringsbeslissing genomen op 9 november 2015, waarin zij het behoud van het betrokken hoekpand als volgt motiveert:‘Het betreft een beeldbepalend pand binnen de historische binnenstad van Kortrijk dat zich bovendien op een bijzondere zichtlocatie langs de Leie bevindt (...).Dit historisch pand neemt door zijn verhoudingen eenduidig de originele schaal en verhoudingen aan van de oorspronkelijke Vismarkt (...).Daarom dringen wij aan op het behoud en de integratie van de waardevolle bebouwing in het nieuwbouwproject, omdat dit een meerwaarde zou betekenen tussen als overgang tussen de hoogbouw Handelskaai en de historische bebouwing Kasteelkaai (voormalige Vismarkt). De waardevolle woning vormt nu reeds een passende gevelwand van het te herwaarderen driehoekige plein’.De verzoekende partij motiveert aldus op afdoende wijze haar persoonlijk en concreet nadeel bij huidige vordering dat ertoe strekt het beeldbepalend en waardevol hoekpand te behouden, minstens te integreren in het voorziene nieuwbouwproject’. Referte: Pub5648-2