Kortrijk
Regen
7° - 15°
Antwerpen
Regen
7° - 15°
Blog
Blog
18 augustus 2023  | Dirk Van Heuven

Belangrijk arrest over de toepassing van artikel 4.3.1, §1, lid, 1° VCRO (abstractie van verkavelingsvoorschriften van meer dan 15 jaar oud): geen afwijkingsbepaling, geen verhoogde motiveringsplicht

Artikel 4.3.1, §1, lid 1, 1° VCRO, zoals vervangen door artikel 58, 1° van de Codextrein, bepaalt:

'Een vergunning wordt geweigerd :
1° als het aangevraagde onverenigbaar is met :
a) stedenbouwkundige voorschriften, voor zover daarvan niet op geldige wijze is afgeweken;
b) verkavelingsvoorschriften inzake wegenis en openbaar groen;
c) andere verkavelingsvoorschriften dan deze die vermeld zijn onder b), voor zover de verkaveling niet ouder is dan vijftien jaar op het ogenblik van de indiening van de vergunningsaanvraag, en voor zover van die verkavelingsvoorschriften niet op geldige wijze is afgeweken;
d) een goede ruimtelijke ordening'.

hebben we u geblogd dat deze bepaling de toets van het Grondwettelijk Hof heeft doorstaan.

En nu heeft de Raad voor Vergunningsbetwistingen in het eindarrest nr. A.2223-0971 van 15 juni 2023 (na de door haar gestelde prejudiciërle vraag) enkele belangrijke bijkomende klemtonen gelegd:

'Uit de bespreking van het eerste middel blijkt dat de nieuwe bepaling van artikel 4.3.1. §1, eerste lid, 1° VCRO niet ongrondwettig is.

In het arrest nr. 115/2021 van 16 september 2021 overweegt het Grondwettelijk Hof (onder meer) dat:

- een verkavelingsvergunning mede het vrijwaren van het algemeen belang beoogt door het "waarborgen van een goede ruimtelijke ordening via reglementaire inrichtings- en bebouwingsvoorschriften" (B.8);
- de nieuwe bepaling betekent dat voorschriften van verkavelingen ouder dan vijftien jaar niet langer een weigeringsgrond zijn, behalve wanneer ze betrekking hebben op wegenis en openbaar groen (B.9.2);
- de nieuwe bepaling niet voorziet in een afwijkingsregeling. maar in een opheffing van een weigeringsgrond voor een vergunning, zodat ze gekwalificeerd kan worden als een modulering van de verordenende kracht van verkavelingsvoorschriften (B.10.1);
- de nieuwe bepaling betekent dat de verkavelingsvoorschriften van een verkaveling, die niet ouder is dan vijftien jaar, in principe gelden als weigeringsgrond voor een vergunningsaanvraag die niet in overeenstemming is met die voorschriften, terwijl dat. behalve voor de voorschriften met betrekking tot wegenis en openbaar groen, niet zo is voor de voorschriften van een verkaveling die ouder is dan vijftien jaar (B.12);
- dit verschil in behandeling berust op een objectief criterium van de ouderdom van de verkaveling op het ogenblik van de indiening van een vergunningsaanvraag (B.13);
- het onderscheid tussen oudere en recentere verkavelingen niet strijdig is met artikel 10 en 11 van de Grondwet (B.16.3);
- waarbij de keuze voor een termijn van vijftien jaar niet zonder redelijke verantwoording is en geen afbreuk doet aan de pertinentie van het verschil in behandeling ten aanzien van de nagestreefde legitieme doelstellingen (B.16.2 en B.16.4);
- de voorschriften met betrekking tot wegenis en openbaar groen in alle omstandigheden hun verordenende kracht behouden (B.17.1);
- de nieuwe bepaling niet onevenredig is ten aanzien van de nagestreefde doelstellingen (B.17.4) omdat een vergunningsaanvraag die strijdig is met de verkavelingsvoorschriften het voorwerp moet zijn van een openbaar onderzoek (B.17.3) en nog steeds getoetst moet worden aan andere stedenbouwkundige voorschriften en aan de in artikel 4.3.1. §2 VCRO opgesomde beginselen van een goede ruimtelijke ordening (B.17.2);
- de nieuwe bepaling een draagwijdte heeft die toch minstens deels binnen het toepassingsgebied valt van artikel 23, derde lid, 4° van de Grondwet (B.21);
- rechtsonderhorigen er niet kunnen op vertrouwen dat verkavelingsvoorschriften in de toekomst ongewijzigd behouden blijven, terwijl een bestuur, bij het verlenen van een vergunning, onder bepaalde voorwaarden ook kan afwijken van stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften, ook bij verkavelingen die niet ouder zijn dan vijftien jaar (B.22.2);
- de nieuwe bepaling verantwoord wordt door een redelijke doelstelling van algemeen belang. namelijk het verhogen van het ruimtelijk rendement van de bestaande bebouwde ruimte en het vrijwaren van de open, niet-bebouwde, ruimte (B.23).

Voor zover het tweede middel gebaseerd is op het uitgangspunt dat artikel 4.3.1. §1. eerste lid, 1°, c) VCRO een “afwijkingsmogelijkheid” is, is dat een foutieve juridische grondslag.

Het Grondwettelijk Hof stelt in overweging B.10.1 uitdrukkelijk dat de nieuwe bepaling geen "afwijkingsregeling" is, maar een "modulering" van de verordenende kracht van verkavelingsvoorschriften via de opheffing van meer dan vijftien jaar oude verkavelingen als (automatische) weigeringsgrond voor een vergunning.

De enige uitzondering hierop zijn de verkavelingsvoorschriften inzake wegenis en openbaar groen. die de decreetgever beschouwt als essentiële ordeningselementen. zoals blijkt uit de parlementaire voorbereiding bij de Codextrein (Parl.St. VI.Parl. 2016-2017, nr. 1149/1, 92). en die, zoals blijkt uit voormeld arrest van de Raad van State, afdeling bestuursrechtspraak met nr. 250.183 van 23 maart 2021 en het arrest van het Grondwettelijk Hof met nr. 115/2021 van 16 september 2021, een weigeringsgrond blijven bij het verlenen van een vergunning.

(...)

Er is geen “verstrengde” motiveringsplicht voor de verwerende partij omwille van de gewijzigde decretale context sinds de inwerkingtreding van artikel 58, 1° van de Codextrein.

Wanneer de voorwaarden voor de toepassing van regelgeving vervuld zijn, heeft de vergunningverlenende overheid een gebonden bevoegdheid tot toepassing ervan.

Concreet: wanneer de vergunningverlenende overheid vaststelt dat de (toepasselijke) verkavelingsvoorschriften, waaronder ook de grafische voorschriften vallen, zoals in casu de aanduiding van (onder meer) een kavel als tuinbouwgrond, geen betrekking hebben op wegenis en openbaar groen verplicht dat haar er toe de meer dan vijftien jaar oude verkaveling(svoorschriften) niet meer (automatisch) als weigeringsgrond(en) aan te merken'.

Deel dit artikel