De Ieperse strafrechter heeft in een vonnis van 23 december 2023 lastens meerdere beklaagden een zware veroordeling (o.a. effectieve gevangenisstraffen tot 6 jaar en verbeurdverklaringen tot 50.000€) uitgesproken wegens de aanmaak van verdovende middelen.
Verrassender is deze tenlastelegging die betrekking had op het 'dumpen' van het zij vaten met drugsafval, hetzij lege bidons uit een labo voor synthetisce drugs, zowel in rivieren, kanalen als in weides:
'Opzettelijk, in strijd met de wettelijke voorschriften of in strijd met een vergunning afvalstoffen, zijnde elke stof of elk voorwerp waarvan de houder zich ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen, te hebben achtergelaten, beheerd, of overgebracht,
Meer bepaald in strijd met het artikel 12§1 van het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materialenkringlopen en afvalstoffen,
Feiten strafbaar gesteld door artikel 16.6.3 §1 eerste lid van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid'.
Alhoewel er meerdere benadeelde overheden waren heeft slechts één hulpverleningszone zich burgerlijke partij gesteld.
De strafrechter besliste:
'De feiten van de tenlasteleggingen Dl, D2, D3 en D7 die bewezen verklaard werden en waarvoor J.M. (tenlastelegging D7) en Y.G. (tenlasteleggingen Dl, D2, D3 en D7) veroordeeld worden, hebben schade veroorzaakt aan de burgerlijke partij, die overeenkomstig artikel 1382 oud BW gerechtigd is op vergoeding.
De burgerlijke partij legt een nota burgerlijke partijstelling en stukken neer en vordert een totale schadevergoeding van 8.568 euro, vermeerderd met de intresten en een rechtsplegingsvergoeding.
(...)
De burgerlijke partijstelling is ontvankelijk en kan, rekening houdende met de aard en de ernst van de feiten alsook de neergelegde stukken, toegekend worden zoals gevorderd'.
Refrentie: Rb. WVL, afd. Ieper 21 december 2023, nr. 2023/6000, (PUB512412)