Kortrijk
Regen
14° - 20°
Antwerpen
Bewolkt
15° - 25°
Blog
Blog
11 oktober 2012  | Dirk Van Heuven

Geem moeilijk te herstellen ernstig nadeel voor marktkramer bij onbewezen omzetverlies

In scherpe bezwoordingen herinnert de Raad van State eraan dat het moeilijk te herstellen ernstig nadeel moet bewezen worden:

"Kern van het aangevoerde moeilijk te herstellen ernstig nadeel is de grote omzetdaling waarvan verzoeker beweert het slachtoffer te zijn doordat hij bij de terugkeer van de zaterdagse markt naar de Grote Markt niet meer de standplaats krijgt toegewezen die hij voordien bezette (thans met nr. 54, voorheen met nr. 69), maar een andere, een veertigtal meter verder. Met verwerende partij wordt vastgesteld dat verzoeker die beweerde omzetdaling niet in het minst aannemelijk maakt. Ofschoon er ten tijde van het indienen van het verzoekschrift reeds zeven marktdagen op de Grote Markt plaatshadden, brengt verzoeker alleen de dagontvangsten van de eerste twee bij. Dit geeft te denken. Bovendien worden die cijfers vergeleken, niet met het omzetcijfer dat hij indertijd behaalde op zijn vroegere standplaats op de Grote Markt, maar met de omzet die hij in 2011 en 2012 boekte toen de zaterdagse markt vanwege de heraanleg van de Grote Markt er net niét doorging. Daar komt overigens nog bij dat, anders dan verzoeker laat uitschijnen, zijn dagontvangsten in die tussenliggende periode blijkbaar niet gemiddeld 700-770 euro bedroegen, maar 500-550 euro. Voorts merkt de Raad van State met verwerende partij op dat verzoeker geen enkel inzicht verschaft in het geheel van zijn financiële situatie en namelijk niet de omzetcijfers aanvult met een overzicht van zijn uitgaven, andere inkomsten en vermogen.
In de gegeven omstandigheden kan verzoeker er niet van overtuigen dat hij een “zeer ernstig financieel en commercieel verlies” lijdt dat van die aard is dat hij zich redelijkerwijze verplicht ziet om zijn activiteit op de zaterdagmarkt in Turnhout te staken. Het aangevoerde nadeel komt voor te berusten op een niet geringe overdrijving die, daar waar verzoeker besluit dat de bestreden beslissing hem zijn levenswerk ontneemt, zelfs naar het groteske neigt. Het is niet aangetoond dat verzoeker een moeilijk te herstellen ernstig nadeel riskeert. De tweede grondvoorwaarde voor een schorsing is niet vervuld. Deze vaststelling volstaat om de vordering in haar geheel te verwerpen".

Ref. RvS nr. 220.908, 8 oktober 2012 (PUB 503487)

Deel dit artikel