Kortrijk
Regen
15° - 21°
Antwerpen
Onweer
16° - 24°
Blog
Blog
18 april 2012  | Publius

Vlaamse ombudsman kritisch over werking Raad voor Vergunningsbetwistingen

Lees dit uittreksel uit zijn Jaarverslag 2011:

"Vroeger, toen was het erg. Toen was de Raad van State je rechter, als je tegen een stedenbouwkundige vergunning een beroep instelde. Maar wachten dat je daar moest! Jaren kon je wachten op je uitspraak. Wel, dat ging Vlaanderen nu eens beter doen.

Op 1 december 2009 ging de Raad voor Vergunningsbetwistingen van start. De Raad is een onafhankelijk Vlaams administratief rechtscollege, waarbij de burger beroep kan aantekenen tegen beslissingen over stedenbouwkundige of verkavelingsvergunningen.

Mevrouw Van Brabant kan er ondertussen van meespreken.

Haar buren tekenen beroep aan tegen haar bouwvergunning. Uiteindelijk komt het dossier bij de Raad terecht. Op een hoorzitting in april 2010 stelde de rechter haar voor niet met de werken te beginnen: dan zou de beslissing sneller genomen kunnen worden. Na een tweede hoorzitting op 28 juni 2010 krijgt mevrouw Van Brabant te horen dat zij binnen 60 dagen een uitspraak mag verwachten. Maar die kwam er dus niet. Niet na 60 dagen op 28 augustus 2010. En ook niet op 28 augustus 2011. En 21 maanden later, wacht zij nog altijd.
Mevrouw Van Brabant heeft al een paar keer naar de stand van zaken gevraagd, maar zij krijgt telkens weer te horen dat ze zelf niet weten wanneer de uitspraak zal volgen. Zij zit ondertussen met een serieuze financiële kater: het verlaagde btwtarief kan zij vergeten en de bouwprijzen en hypotheekkosten zijn gestegen.
Mevrouw Van Brabant klaagt dus terecht over die onredelijke termijn. Zij vindt het ook onaanvaardbaar dat ze haar niet kunnen zeggen wanneer die uitspraak zal volgen. "Rechtsonzekerheid" wordt dat genoemd.

Die onaanvaardbare dossierachterstand van de Raad is besproken in de bevoegde parlementaire commissie. Daar werden verbeteracties aangekondigd. Het is maar zeer de vraag of en wanneer die achterstand ooit weggewerkt zal raken. Op de website van de Raad voor Vergunningsbetwistingen wordt ondertussen met geen woord gerept over die achterstand. "Gebrek aan voorzorg" wordt dat genoemd.
Het is jammer dat de Raad voor Vergunningsbetwistingen en de beleidsmakers in de Regering en het Parlement een echte verzoening onmogelijk maken.

De belangrijkste constante in dit klachtenbeeld uit 2011 is de ondertussen echt wel geheel onaanvaardbare achterstand bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen. Concrete doorlooptijden, die de ombudsman met eigen ogen zag, bevestigen dat een onredelijke behandeltermijn de standaardsituatie is bij deze Raad voor Vergunningsbetwistingen. Hoe anders concluderen, wanneer men 13 maanden wacht op een schorsingsarrest en wanneer er na 20 maanden nog geen datum is voor de zitting over het verzoek tot vernietiging (2011-0102); of wanneer er 21 maanden nodig zijn voor een vernietigingsarrest (2011-0146); of wanneer de zitting over het verzoekschrift tot vernietiging pas na 15 maanden volgt en er en na 23 maanden nog geen arrest is (2011-0452)?

De structurele achterstand bij de Raad en de daarvoor aangehaalde oorzaken zijn genoegzaam bekend, en de aandacht moet dan ook vooral uitgaan naar de acties en nieuwe denkpistes om tot aanvaardbare behandeltermijnen te komen. De Raad stelt zich concreet gemiddelde ehandeltermijnen van een jaar, tot anderhalf jaar, tot doel. Er wordt gewerkt aan efficiëntiewinsten, maar blijkbaar zou zelfs de indiensttreding van het decreetaal voorziene vijfde raadslid niet volstaan om de achterstand weg te werken. Zo worden sommige dossiers bevroren, en wordt voorrang gegeven aan de verzoekschriften vanaf 1 september 2011. De Raad hoopt op aanvullend personeel, de minister onderzoekt een decreetswijziging. Voor de Vlaamse Ombudsdienst valt het in geen geval goed te praten dat wie in februari 2011 een verzoekschrift indiende, nóg veel langer op een uitspraak zal moeten wachten dan wie dat in september 2011 gedaan heeft.

De achterstand van de eerste twee werkjaren moet zo snel mogelijk weggewerkt worden.
Minstens moet ook voor die dossiers een bepaalde maximumtermijn kunnen worden gegarandeerd. Zowel de Raad zelf als de Vlaamse beleidsmakers dragen hier een erg grote verantwoordelijkheid".

Deel dit artikel