Met arrest nr. A/2014/0008 van 14 januari 2014 heeft de Raad voor Vergunningsbetwistingen voor het eerst een (interne) bemiddelaar aangesteld:
'De procespartijen wensen een interne bemiddelaar.
De Raad duidt mevrouw I. aan als interne bemiddelaar.
De bemiddelaar krijgt de opdracht te trachten een directe dialoog tot stand te brengen tussen de
procespartijen en zal ondersteuning verlenen voor een goed verloop van deze dialoog. De
procespartijen nemen vrijwillig deel aan de bemiddeling, maar hebben wel de
verantwoordelijkheid om te trachten tot een oplossing te komen. De bemiddelaar heeft niet als
taak een oplossing naar voor te schuiven.
De bemiddelaar moet altijd zijn onafhankelijkheid en onpartijdigheid bewaren. Wanneer dat niet
meer zo is, kunnen de procespartijen dit melden aan de Raad en vragen een andere bemiddelaar
aan te duiden.
De bemiddeling moet volledig vertrouwelijk gebeuren: alleen het resultaat van de bemiddeling is
van belang voor de jurisdictionele procedure bij de Raad.
De termijn voor de bemiddelingsopdracht bedraagt vier maanden. De behandeling van de zaak
wordt dan ook verdaagd naar de openbare terechtzitting van 27 mei 2014.
De procespartijen moeten uiterlijk op deze openbare terechtzitting de Raad informeren over het
resultaat van de bemiddeling.
Conform artikel 4.8.5, §4 VCRO zijn de proceduretermijnen geschorst tot op de dag van de
bekrachtiging van het bemiddelingsakkoord, vermeld in artikel 4.8.5, §3 eerste lid VCRO, of tot de dag na de betekening van het tussenarrest, vermeld in artikel 4.8.5, §3, derde lid VCRO'.