Tot dit verrassende standpunt komt de Beroepscommissie voor Tuchtzaken in een uitspraak van 15 februari 2013:
‘Tenslotte kan de Beroepscommissie de redenering volgen dat de huidige toestand steeds zwaarder op de organisatie van de dienst weegt. De redelijke termijn geldt voor iedereen. Gelet op de langdurige procedure, is de gemeente D. verplicht haar dienst opnieuw te organiseren en dient zij daarvoor extra financiële middelen aan te wenden. De oorzaak van de problematiek ligt in de visie van de gemeente D. nog steeds bij dhr. T. en de opschorting van de uitspraak over het al dan niet opleggen van een definitieve tuchtstraf zoals uitgesproken door de Beroepscommissie op 29 maart 2012, doet daaraan geen afbreuk’.
Vervolgens werd de wedde-inhouding lopende de prevcentieve schorsing verhoogd.
Ref. Beroepscommissie 15 februari 2013, 12/1211, ng (PUB 501612-5)