Om tot een wettige tuchtbeslissing te kunnen komen, dient de taalwetgeving in acht genomen te worden. Indien zou blijken dat een deel van het tuchtorgaan de voertaal niet machtig is - hoewel alle leden theoretisch gezien wel tweetalig zouden moeten zijn - dienen de stukken vertaald te worden. Gebeurt dit niet, kan geoordeeld worden dat de rechten van verdediging miskend werden, nu niet alle leden van het tuchtorgaan op volwaardige wijze kennis hebben kunnen nemen van bv. het gevoerde verweer.
De Raad van State oordeelde in haar arrest van 12 januari 2024 met nummer 258.414 hierover als volgt:
'6. Uit het in het middel aangevoerde artikel 17 van de bestuurstaalwet volgt dat in een gemeente behorend tot het gebied Brussel-Hoofdstad – zoals de gemeente Anderlecht – een tuchtprocedure tegen een ambtenaar van de Nederlandse taalgroep in het Nederlands moet worden gevoerd. De stukken moeten bijgevolg in het Nederlands worden opgesteld.
7. Is weliswaar de gemeenteraad van de verwerende partij een wettelijk tweetalig collectief orgaan en legt de taalwetgeving aan de politieke mandatarissen geen verplichting op om de twee officiële talen van Brussel-Hoofstad te kennen, dit belet niet dat elk lid van het wettelijk tweetalig collectief orgaan het recht én de plicht heeft – des te meer in tuchtaangelegenheden – om het dossier en de voor dat orgaan afgelegde verklaringen te begrijpen, waaruit volgt dat in de nodige vertalingen moet worden voorzien.
8. Niet alleen is het aan de verwerende partij om erover te waken dat de tuchtprocedure voor haar verloopt met inachtneming van de rechten van de verdediging, ook moet zij de Raad van State in de gelegenheid stellen hierop zijn wettigheidstoezicht uit te oefenen. Het houdt in dat zij het afdoende bewijs van die eerbiediging van de rechten van de verdediging bijbrengt en er zo van doet blijken dat zij rechtsgeldig tot haar beslissing over de tuchtstraf is gekomen.
9. De verwerende partij schiet daar onmiskenbaar in tekort.
(...)
11. Het staat bijgevolg niet voldoende vast dat alle leden van de tuchtoverheid over de vereiste kennis van zaken beschikten. Dit volstaat om het besproken middelonderdeel gegrond te bevinden.'
Het integraal arrest kan u hier terugvinden.