In een belangwekkende uitspraak van de politierechtbank te Dendermonde van 14 oktober 2011 wordt een burgemeester strafrechtelijk vrijgesproken. De politierechter overwoog:
“Geenszins kan aan tweede beklaagde als burgemeester, worden toegerekend dat de ter plaatse opgehangen signalisatielampen onvoldoende licht gaven.
Oordelen dat van de burgemeester mag worden verwacht dat hij aan de bevoegde ambtenaren opdracht zou geven om onveilige verkeerssituaties op het grondgebied van zijn gemeente op te sporen, deze te signaliseren en zelf via de nodige uitvoeringsmaatregelen te verhelpen of via een aanvullend reglement van de gemeenteraad of zo nodig het aan andere bevoegde overheden te signaleren, zou aan de tweede beklaagde een bewijslast opleggen die op het Openbaar Ministerie of de burgerlijke partij rust, hetgeen in strijd zou zijn met artikel 6.2 EVRM en 14.2 I V.B.P.R. (CassK, 27 november 2007).
Primordiaal bij de beoordeling van een eventuele foutieve nalatigheid in hoofde van tweede beklaagde is te weten dat hij persoonlijk de gevaarlijke toestand kende (voor zover die er al was), dan wel behoorde te kennen. Er kan immers slechts sprake zijn van strafbare toerekening wanneer tweede beklaagde zich bewust was of er zich van bewust diende te zijn dat hij enig verzuim pleegde.
De eventuele burgerlijke aansprakelijkheid van de gemeente impliceert niet ipso facto dat ook de strafrechtelijke aansprakelijkheid van de burgemeester betrokken zou zijn. Van enige “objectieve” strafrechtelijke toerekening is in het Belgisch strafrecht geen sprake en is derhalve uitgesloten.
De rechtbank is van oordeel dat een normaal zorgvuldige en voorzichtige burgemeester, als lokaal mandataris met omvangrijke en uiteenlopende taken belast en veelbevraagd door de bevolking, in het kader om in te staan voor de veiligheid, redelijkerwijze niet kan worden verwacht dat hij persoonlijk op de hoogte dient te zijn van gevaarlijke toestanden en de meest praktische uitvoering van de door hem uitgevaardigde beslissingen persoonlijk dient te controleren.
De overdreven culpabilisering en het viseren van (zeker) lokale mandatarissen in het kader van onachtzaamheidsmisdrijven neigt een kwalijk tendens te worden die bijdraagt tot een negatieve beeldvorming bij de bevolking ten aanzien van diegenen die hun verantwoordelijkheid wensen op te nemen bij het uitoefenen van (lokale) mandaten.”
Door de strafrechtelijke immuniteit kan een gemeente niet strafrechtelijk aansprakelijk gesteld worden. Deze uitspraak kan van die aard zijn dat niet te snel wordt beslist om dan maar de burgemeester strafrechtelijk te vervolgen.
Pol. Dendermonde, 14 oktober 2011, nr. 2011/4956, ng. (ref. ADM999229)