In een interessant artikel van Frederik Haentjens ("Informatieverplichtingen in Vlaamse Codex ruimelijke Ordening", NjW 2010, 810-821) wordt diep ingegaan op de nieuwe informatieverplichtingen in de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO).
Ingevolge hoofdstuk 5.2 VCRO moet de instrumenterende ambtenaar (notaris, Aankoopcomité of burgemeester) in alle onderhandse en authentieke akten van verkoop of van verhuring voor meer dan 9 jaar van een onroerend goed, van een inbreng van een onroerend goed in een vennootschap, en ook in alle akten van vestiging van erfpacht of opstal en in elke andere akte van een eigendomsoverdracht ten bezwarende titel, met uitzondering van huwelijkscontracten
en hun wijzigingen en contracten aangaande mandeligheid vemelden:(a) of er voor het onroerend goed een
stedenbouwkundige vergunning is uitgereikt; (b) de meest recente stedenbouwkundige bestemming van dit onroerend goed met de benaming gebruikt in het plannenregister; (c) of er voor het onroerend goed een dagvaarding (herstelvordering) werd uitgebracht overeenkomstig artikel 6.1.1 of 6.1.41 tot en met 6.1.43VCRO iedere in de zaak gewezen beslissing; (d) of er op het onroerend goed een voorkooprecht rust, bedoeld zoals in artikel 2.4.1 VCRO; (e) of er voor het onroerend goed een verkavelingsvergunning van toepassing is en (f) of het voorr de overdracht verplichte as-builtattest is uitgereikt en gevalideerd.
In de authentieke akte wordt de verklaring van de verkrijger opgenomen dat hij een stedenbouwkundig uittreksel heeft ontvangen, dat ten hoogste één jaar voor het verlijden van de authentieke akte werd verleend.
De instrumenterende ambtenaar neemt bovendien een verwijzing naar artikel 4.2.1 VCRO op vergunningsplichtige handelingen).
Indien op het onroerend goed, ingevolge een definitieve rechterlijke beslissing, een verplichting rust om herstelmaatregelen uit te voeren, zoals bedoeld in de artikelen 6.1.41 tot en met 6.1.43 VCRO, dan wordt dit in een afzonderlijke akte vermeld. In deze akte wordt ook vermeld dat de nieuwe eigenaar, voor zover de tenuitvoerlegging van de door de rechter bevolen herstelmaatregel niet verjaard is, de verbintenis aangaat
om de opgelegde herstelmaatregel uit te voeren, onverminderd de verplichting van de oorspronkelijke eigenaar. De instrumenterende ambtenaar stuurt een afschrift van die akte aan de stedenbouwkundige inspecteur.
Moet tot slot de instrumenterende ambtenaar een onderhandse akte in een authentieke akte opnemen, waarbij de eerste niet beantwoordt aan de voorschriften van artikel 5.2.5 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, dan wijst hij de partijen bij de opmaak van de akte op artikel 5.2.5, 6.1.1 lid 1, 4° en 6.3.1 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (de strafbaarheid van de miskenning van de informatieplicht).
Iedereen die een onderhandse akte van verkoop of verhuring voor meer dan 9 jaar, en ook van vestiging van erfpacht of opstal opmaakt, vermeldt (a) of er voor het onroerend goed een stedenbouwkundige vergunning is uitgereikt; (b) of het voor de overdracht verplichte as-builtattest is uitgereikt en gevalideerd; (c) de meeste recente stedenbouwkundige bestemming van dit goed met de benamingen gebruikt in het plannenregister; (d) de dagvaardingen die met betrekking tot het goed werden uitgebracht overeenkomstig artikel 6.1.1 of 6.1.41
tot en met 6.1.43 VCRO (herstelvordering) alsook iedere in de zaak gewezen beslissing; (e) de op het goed rustende voorkooprechten, vermeld in artikel 2.4.1 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en (f) het feit dat op het goed een verkavelingsvergunning van toepassing is.. De vastgoedmakelaars en andere personen die in de uitoefening van hun beroep of activiteit dergelijke onderhandse akten opmaken, moeten een verwijzing
naar artikel 4.2.1 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening opnemen.
De auteur besluit:
"De uniformisering van de informatieverplichtingen heeft tot slot als (onvermijdelijk) gevolg dat ook van de gewone burger (cf. iedereen) meer inspanningen verwacht worden. Indien de ‘gewone’ burger het nog aandurft een onderhandse overeenkomst op te stellen, zal ook hij gehouden zijn talrijke stedenbouwkundige opzoekingen te doen en deze (correct) op te nemen in de overeenkomst. Van het principe dat een koopverkoop tussen partijen voltrokken is van zodra partijen wilsovereenstemming hebben over de zaak en de prijs (art. 1583 BW), raakt de praktijk (de facto) meer en meer verwijderd".
Aanbevolen lectuur