De Raad van State overweegt:
"Wanneer voor een gebied waarin het betrokken perceel is gelegen, zoals in casu, een BPA bestaat, is de vergunningverlenede overheid gebonden door de verordenende voorschriften van dat plan. Het BPA bepaalt op gedetailleerde wijze de bestemming en ordening van het gebied, alsook de wijze waarop de plaats moet worden aangelegd en de gebouwen geplaatst. Hieruit volgt dat de bouwaanvraag die in overeenstemming blijkt te zijn met het geldende BPA, in beginsel kan worden ingewilligd. De beoordeling van de overeenstemming met het gemelde BPA volstaat in beginsel om de verenigbaarheid met de onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke ordening en de afgifte van de vergunning te verantwoorden."
Referentie: RvS nr. 202.242, 23 maart 2010 (PUB 500529-3)