De 10de kamer van het Gentse hof van beroep meent in een milieustrafzaak alvast van wel:
'De omstandigheid dat de hinderbeperkende maatregelen waarop de milieu-inspectie aanstuurde niet alle klachten heeft kunnen verhinderen, brengt niet mee dat er geen abnormale hinder was of dat de beklaagden daardoor er geen schuld aan hebben. Naast het feit dat de beklaagden aldus (impliciet) erkennen dat er wel degelijk abnormale hinder was, rust de naleving van de milieuzorgplicht op het bedrijf en niet op de milieu-inspectie'.
Het blijkt zelfs geen verzachtende omstandigheid.
Referentie Gent 28 mei 2021, nr. 2021/1899 (PUB0509187).