In het arrest van 26 juni 2012 met nr. 219.950 aanvaardt de Raad van State dat uit de vereiste van "de uitvoering van drie gelijkaardige werken in de laatste vijf jaar, met vermelding van de gemeente, projectnaam, uitvoeringsperiode en het bedrag van de aanneming btw niet inbegrepen" blijkt dat de gelijkaardigheid van de voorgelegde referenties ook zal worden beoordeeld rekening houdend met het aannemingsbedrag van de referenties.
Het feit dat de raming van de aanbestedende overheid niet op voorhand werd bekendgemaakt doet hieraan geen afbreuk. De verzoekende partij had immers reeds op basis van haar eigen offerte kunnen vaststellen dat het aan te besteden project een omvang heeft die meerdere malen groter is dan twee van de vier door haar opgegeven referenties (respectievelijk 250.552,58 euro tegenover 48.409,68 euro en 31.699,36 euro).