Kortrijk
Motregen
1° - 5°
Antwerpen
Motregen
1° - 5°
Blog
Blog
08 mei 2012 | Dirk Van Heuven

De waarborgtermijn van artikel 43, §2, 6e lid AAV gaat pas in vanaf de voorlopige oplevering, niet vanaf de uitnodiging tot voorlopige oplevering

Zo oordeelt alvast de rechtbank van eerste aanlet te Gent in een vonnis van 25 april 2012:

Stilzwijgende definitieve oplevering?

2.1. Verweerster argumenteert dat de voorlopige oplevering op 18 maart 2010 plaatsvond. Op deze datum verstuurde zij immers een uitnodiging tot voorlopige oplevering.
De effectieve rondgang met opstelling van het proces-verbaal van voorlopige oplevering zou zijn doorgegaan op 29 maart 2010.

De waarborgtermijn gaat in op de datum van de voorlopige oplevering (art. 43, §2, 6e lid AAV).
Ten onrechte meent de verweerster te kunnen stellen dat de aanvangsdatum van de waarborgperiode teruggaat naar de datum waarop de aannemer de uitnodiging tot voorlopige oplevering verstuurt en het gebouw dus in staat van voorlopige oplevering is. De Franse tekst van voornoemd artikel is inderdaad duidelijk: “Le délai de garantie prend cours à la date de laquelle la réception provisoire est accordée. »

De eiseres heeft tijdig – binnen het jaar – de definitieve oplevering geweigerd en daarvan proces-verbaal gemaakt.

De verweerster vergist zich wanneer zij meent te kunnen verwijzen naar het aangetekend schrijven van de gemeente van 14 september 2011 waarin deze haar verzocht een herstelling uit te voeren in het kader van haar tienjarige aansprakelijkheid, wat volgens haar de definitieve oplevering impliceert.

Het tijdstip van de voorlopige oplevering vormt echter (ook) de aanvangsdatum voor de tienjarige aansprakelijkheid van de aannemer. Dit is uitdrukkelijk zo vastgesteld in artikel 41 AAV: “Vanaf de voorlopige oplevering (...) is de aannemer aansprakelijk voor de stevigheid van het werk en voor de goede uitvoering van de werkzaamheden, overeenkomstig de artikelen 1792 en 2270 van het Burgerlijk Wetboek”.

2.2.De door de verweerster uitgevoerde werken werden niet stilzwijgend definitief opgeleverd.”

Referentie: Rb. Gent, 25 april 2012, AR10/3765/A, ng. (Pub502031)

Deel dit artikel