Op 15 januari 2011 treedt het koninklijk besluit van 20 december 2010 inzake de bevordering van schone en energiezuinige wegvoertuigen in het kader van overheidsopdrachten in werking. Aanbestedende overheden zullen rekening moeten houden met de milieu-impact van de gekozen voertuigen.
Dit besluit is van toepassing op de "levering" van voertuigen. Dit omvat zowel de aankoop, leasing, huur of huurkoop, met of zonder aankoopoptie van deze voertuigen. Er wordt evenwel voorzien in vrijstellingen: onder meer de voor bijzondere doeleinden ontworpen en gebouwde voertuigen die hoofdzakelijk op bouwplaatsen, in steengroeven, in havens en op luchthavens worden gebruikt en de voertuigen die zijn ontworpen en gebouwd voor strijdkrachten, de civiele bescherming, de brandweer en de politie vallen niet onder het KB van 20 december 2010.
Artikel 4 van het KB bepaalt dat "de aanbestedende instantie rekening [houdt] met de energie- en milieueffecten van de voertuigen tijdens hun operationele levensduur overeenkomstig artikel 5, § 1, en past daartoe ten minste één van de in artikel 5, § 2, bedoelde methodes toe.
Art. 5. bepaalt:
§ 1. De aanbestedende instantie houdt ten minste rekening met de volgende operationele energie- en milieueffecten :
1° het energieverbruik,
2° de uitstoot van CO2, en
3° de uitstoot van NOx, NMHC en fijne stofdeeltjes.
De aanbestedende instantie kan daarnaast ook andere milieueffecten in aanmerking nemen.
§ 2. Aan de in artikel 4 en § 1 van dit artikel bedoelde eisen wordt voldaan door het gebruik van één of elke van de volgende methodes :
1° door in de opdrachtdocumenten technische specificaties op te nemen inzake energie- en milieuprestaties met betrekking tot elk van de in aanmerking genomen effecten, alsmede eventuele bijkomende milieueffecten;
2° door energie- en milieueffecten als gunningscriterium te gebruiken. Indien met de kostprijs van deze effecten rekening wordt gehouden bij de gunning, wordt gebruik gemaakt van de in artikel 6 vastgestelde methode.Zowel het koninklijk besluit werd met het advies van de Raad van State en het verslag aan de Koning gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 24 december 2010.