Kortrijk
Regen
7° - 12°
Antwerpen
Regen
7° - 12°
Blog
Blog
25 februari 2021  | Guillaume Vyncke

Validatiedecreet voorlopig (?) gered

Het Grondwettelijk Hof heeft in een arrest van vandaag, 25 januari 2021, beslist om het decreet van 17 juli 2020 tot validering van de sectorale milieuvoorwaarden voor windturbines (hierna: 'Validatiedecreet') niet te schorsen. Dit Validatiedecreet kwam er nadat het Hof van Justitie op 25 juni 2020 had beslist dat de Vlaamse sectorale normen inzake windenergie dienden te worden begrepen als 'plannen en programma's in de zin van de plan-MER-richtlijn (RL 2001/42/EG). Een en ander zorgde ervoor dat de rechtszekerheid van 424 windturbines op het Vlaamse grondgebied, de bevoorradingszekerheid én het halen van de doelstellingen inzake hernieuwbare energieproductie in het gedrang dreigde te komen.

De verzoekende partijen voerden in maar liefst 10 vorderingen aan dat de decretale validatie onverenigbaar moet worden geacht met het beginsel van de niet-retroactiviteit van nieuwe regelgeving. Zij zou immers enerzijds ingrijpen in hangende rechtsgedingen (voor de Raad voor Vergunningsbetwistingen) omtrent windturbines en zou anderzijds niet gemotiveerd kunnen worden door uitzonderlijke omstandigheden of dwingende motieven van algemeen belang.

Het Hof besloot echter om deze redenering niet te volgen en wijst de middelen af als niet ernstig, gelet op het feit dat het Validatiedecreet wel degelijk dient te worden beschouwd als "het uiterste redmiddel" om de negatieve gevolgen van het arrest van het Hof van Justitie weg te werken. Zo kan middels deze validatie een energietekort van 4.000 GWh worden voorkomen, hetgeen zorgt voor het gewaarborgd karakter van de energievoorziening en kunnen verder op geldige wijze vergunningen voor windturbines worden afgeleverd (die op zich ook MER-plichtig kunnen zijn). Het feit dat de validatie bovendien een tijdelijk en beperkt karakter heeft, ondersteunt bovenstaande vaststellingen, aldus het Hof, dat finaal nog opmerkt dat de decretale validatie geen afbreuk doet aan de mogelijkheid van derde-benadeelden om een schadevergoeding te vorderen voor het gerecht, uiteraard indien zij schade zouden ondervinden ten gevolge van het ontbreken van een voorafgaande milieueffectenrapportage van de sectorale voorwaarden.

Wordt ongetwijfeld vervolgd...

Deel dit artikel