Kortrijk
Regen
7° - 12°
Antwerpen
Regen
7° - 12°
Blog
Blog
22 juni 2018  | Leandra Decuyper

Plan-MER voor stedenbouwkundige verordeningen? Als het van minister Schauvliege afhangt alvast wel

We hebben u bericht over arrest van het Hof van Justitie van 7 juni 2018 (nr. C-671/16). Dit leidt tot ongerustheid binnen de Vlaamse overheid. Zo luidt het bij de minister op de vraag van Vlaams parlementslid Axel Ronse in de plenaire vergadering van 20 juni ll.:

'Axel Ronse: Minister, er is een probleem. Vorig jaar dacht ik dat ook al eventjes. Er is zoiets als een stedenbouwkundige verordening, een instrument waarmee overheden, gemeenten, provincies, Vlaanderen, een kader kunnen maken waartegenover vergunningsaanvragen worden beoordeeld. Bijvoorbeeld als je een huis bouwt, moeten er minstens zoveel parkeerplaatsen zijn, er zijn oppervlaktennormen enzovoort. Bijna elke vergunning wordt afgewogen tegenover zo'n verordening.

De Raad van State heeft vorig jaar, naar aanleiding van een beroep tegen een bouwvergunning, gezegd dat zulke verordeningen, vooraleer ze worden gemaakt, moeten worden getoetst aan de effecten die ze hebben op het milieu, zoniet zijn ze nietig. Ik had u daar een schriftelijke vraag over gesteld. U zei: ‘Neen, ik heb het met mijn administratie onderzocht. We moeten ons daar geen zorgen over maken.’

Nu heeft men dit aangevochten naar aanleiding van een verordening in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest over de Europawijk. De Raad van State heeft advies gevraagd bij het Europees Hof van Justitie en dat heeft gezegd dat elke verordening, elk afwegingskader waartegenover een vergunning moet worden beoordeeld, moet worden voorafgegaan door een milieueffectenrapport. Als dat zo is, kan dat bijzonder problematisch zijn, want wat moet een gemeente dan doen met vergunningsaanvragen tegenover zo'n verordening waar geen milieueffectenrapport voor is gemaakt, of mogen zij nog nieuwe maken? Kortom, het kan een serieuze crisis veroorzaken op vlak van ruimtelijke ordening.

Minister, hebt u daarop al geanticipeerd? Bent u daar al mee bezig?

Minister Joke Schauvliege: Collega Ronse, het klopt dat in juni het Europees Hof van Justitie een uitspraak heeft gedaan op basis van een prejudiciële vraag. De vraag ging over een Brusselse gewestelijke stedenbouwkundige verordening.Wat zegt het Europees Hof van Justitie? Het zegt dat je zo'n verordening moet zien als een plan, een plan dat in het kader van de MER-richtlijn ook plan-MER-plichtig is. Er moet eigenlijk een milieueffectenrapportage worden opgemaakt voor zo'n verordening definitief kan worden aangenomen.

Tot vandaag gingen we ervan uit dat dit niet zo was en hebben wij de regelgeving correct toegepast, denk ik.

Dit kan zeer verregaande gevolgen hebben als er inderdaad bij de toepassing bij ons wordt geoordeeld dat de verordeningen eigenlijk onwettig zijn.

Wat is de situatie vandaag? Er zijn een aantal beroepen lopende die daarop zijn gebaseerd, zowel bij de Raad van State als bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen. Het is heel belangrijk dat wij die uitspraken afwachten. Als dat wordt doorgetrokken, dan moeten wij actie ondernemen naar de bestaande stedenbouwkundige verordeningen.

Wat doen wij al op dit moment? Bij de nieuwe verordeningen zullen we al verantwoordelijkheid nemen en daarop anticiperen en het voorzorgsprincipe toepassen. We zullen ervoor zorgen dat ze aan een plan-MER worden onderworpen. Voor de bestaande verordeningen wachten wij de uitspraken af van de Raad van State en de Raad voor Vergunningsbetwistingen. Als er uitspraken zijn in de zin dat ze onwettig zijn, dan zullen deze moeten worden herzien, zal er een plan-MER moeten worden opgemaakt die als basis kan dienen om er een vergunning op te baseren.'

De minister is voorstander om stedenbouwkundige verordeningen - die onder het toepassingsgebied van de Plan-MER-richtlijn zouden kunnen vallen - nu reeds, bij wijze van voorzorgsmaatregel, te onderwerpen aan een Plan-MER. Voor een eventueel decretaal ingrijpen is het evenwel nog wachten op de uitspraken in een aantal lopende procedures voor de Raad van State en de Raad voor Vergunningsbetwistingen.

Wordt ongetwijfeld vervolgd.

Deel dit artikel