Kortrijk
Regen
4° - 9°
Antwerpen
Regen
5° - 9°
Blog
Blog
11 juni 2011  | Dirk Van Heuven

Overmacht bij leegstandsbelastingen

In een vonnis van de rechtbank van eerste aanleg te Brugge van 31 mei 2011 wordt eraan herinnerd dat overmacht een algemeen rechtsbeginsel is dat ook in fiscale zaken van toepassing is.

De fiscale rechter verwijt de gemeente dat zij onredelijk lang gewacht heeft om uitspraak te doen over een aanvraag om bouwvergunning. Het heet dat de overheid binnen de "redelijke en wettelijke" (105 dagen-) termijn een gemotiveerde beslissing diende te nemen omtrent de bouwaanvraag "dewelke volledig beantwoordde aan alle vooraf met de bevoegde overheden afgesproken voorwaarden".

Het uitblijven gedurende een achttal maanden van de bouwvergunning zonder ernstige gronden, beantwoordt niet aan voormelde redelijke en wettelijke termijn.

Indien de stedenbouwkundige vergunning binnen een redelijke en wettelijke termijn was afgeleverd, dan had de belastingsplichtige zich van de leegstandsbelasting kunnen vrijstellen van de belasting op grond van het gemeentelijk belastingsreglement.

Aldus is er sprake van overmacht, aldus de fiscale echter in eerste aanleg.

Deze uistpraak verliest aan relevantie door de bindende termijnen in de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

Referentie: Rb. Brugge, 10/1293/A, 31 mei 2011, ng. - ref. PUB502455

Deel dit artikel