In dit artikel bespreken Jan en Merlijn een cassatiearrest van 17 november 2020, waarin het Hof van Cassatie oordeelt dat de redelijke termijn bij erfgoedmisdrijven, d.i. de termijn waarbinnen de handhavende overheden moeten optreden, niet ‘zomaar’ overschreden wordt. Het besproken arrest brengt in herinnering dat niet al te snel van een miskenning van de redelijke termijn moet gewaagd worden.