Kortrijk
Regen
7° - 15°
Antwerpen
Regen
7° - 15°
Blog
Blog
07 december 2016  | Dirk Van Heuven

Het Hof van Cassatie bevestigt de onverjaarbaarheid van het gewoontemisdrijf

In de zaak beslecht met arrest nr. C.15.0434.N/1 door het Hof van Cassatie op 18 november 2016 werd door de beroeper betoogd dat het uitvoeren en het voortzetten van daden van strijdig gebruik , zoals bij het gewoontemisdrijf, aflopende misdrijven zijn, onder verwijzing naar de schijnbaar contradictorische arresten van het Hof van Cassatie van 2 mei 2006 (P.06.0100.1), 6 december 2011 (P.11.0599.N) en 14 oktober 2014 (P.13.0209.N).

Het Hof van Cassatie verwierp het middel:

‘Krachtens artikel 6.1.1., eerste lid, 1° VCRO wordt gestraft met een gevangenisstraf van acht dagen tot vijf jaar en met een geldboete van 26 euro tot 400.000 euro of met één van deze straffen alleen, de persoon die de bij de artikelen 4.2.1 en 4.2.15 bepaalde handelingen hetzij zonder voorafgaande vergunning, hetzij in strijd met de vergunning, hetzij na verval, vernietiging of het verstrijken van de termijn van de vergunning, hetzij in geval van schorsing van de vergunning, uitvoert, voortzet of in stand houdt.

Onder het ‘instandhouden’ in de zin van de voormelde bepaling wordt verstaan het schuldig verzuim om aan het bestaan van de door het stedenbouwmisdrijf ontstane wederrechtelijke toestand een einde te maken.

Het middel, dat in zijn geheel uitgaat van de onjuiste rechtsopvatting dat een aanhoudend identiek gebruik dat volgt op het ogenblikkelijk misdrijf van de oprichting van een wederrechtelijk opgerichte constructie, zoals in voorliggend geval het gewoonlijk gebruik van de wederrechtelijk aangelegde parking, ongeacht of dit gebruik op zichzelf al dan niet vergunningsplichtig is, niet als een opeenvolging van afzonderlijke daden van gebruik kan worden beschouwd, maar moet worden beschouwd als een in stand houden van een toestand door middel vaneen aanhoudend gebruik, faalt naar recht’.

Deel dit artikel