Kortrijk
Regen
7° - 12°
Antwerpen
Regen
7° - 12°
Blog
Blog
19 december 2013  | Dirk Van Heuven

Grondwettelijk Hof geeft genadeschot aan sociale lasten met uitzonderlijk verbeterend arrest van 18 december 2013

Het Grondwettelijk Hof heeft het belangwekkende arrest nr. 145/2013 'verbeterd' en vooral uitgebreid op 18 december 2013 (tussen haakjes de verbeteringen):

'B.9. Gelet op de vernietiging, die voortvloeit uit B.6.2, van de steunmaatregelen die beogen de sociale last te compenseren, dienen de private actoren de sociale last te dragen zonder enige compensatie.

Zonder dat het Hof dient te onderzoeken of de bestreden beperkingen van het ongestoord genot van de eigendom, van het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie en van het vrij verkeer van kapitalen noodzakelijk en pertinent zijn om de nagestreefde doelstelling te bereiken, dient te worden vastgesteld dat een dergelijke zware last, mede in het licht van de in B.8.1 tot B.8.3 van het onderhavige arrest in herinnering gebrachte omstandigheden, niet evenredig is met de doelstelling die met de artikelen 4.1.16 tot 4.1.26 van het Grond- en pandendecreet wordt nagestreefd.

[Die conclusie geldt niet alleen voor de uitvoering van de sociale last in natura, maar heeft evenzeer betrekking op de alternatieve manieren om de sociale last uit te voeren, namelijk de overdracht van gronden aan een sociale woonorganisatie (artikel 4.1.25), de verhuring van verwezenlijkte woningen aan een sociaal verhuurkantoor (artikel 4.1.26) en de uitzonderlijke bijdrageregeling (artikel 4.1.19) : enerzijds, zijn die alternatieve uitvoeringswijzen onlosmakelijk verbonden met de uitvoering in natura, en, anderzijds, is ook bij toepassing van die alternatieven niet gewaarborgd dat de bouwheer of verkavelaar op voldoende wijze, maar binnen de grenzen die het Europese staatssteunrecht toelaat, wordt gecompenseerd voor het nadeel dat de sociale last hem berokkent.]

[B.10.1. Het derde onderdeel van het eerste middel is gegrond. Bijgevolg dienen onderafdeling 1 (« Gewestelijke en gemeentelijke normen ») van afdeling 2 (« Per bouw- of verkavelingsproject ») van hoofdstuk 2 (« Normen ») van titel 1 (« Verwezenlijking van een sociaal woonaanbod ») van boek 4 (« Maatregelen betreffende betaalbaar wonen »), alsook hoofdstuk 3 (« Sociale lasten ») van titel 1 (« Verwezenlijking van een sociaal woonaanbod ») van boek 4 (« Maatregelen betreffende betaalbaar wonen ») van het Grond- en pandendecreet te worden vernietigd.

B.10.2. Die vernietiging dient eveneens betrekking te hebben op de bepalingen die onlosmakelijk met de vernietigde bepalingen zijn verbonden. Er dient immers te worden vermeden dat de vernietigde sociale last alsnog, rechtstreeks of onrechtstreeks, op grond van andere bepalingen zou kunnen worden opgelegd.

Krachtens artikel 4.1.12 van het Grond- en pandendecreet kunnen ruimtelijke uitvoeringsplannen en plannen van aanleg die een bestemmingswijziging naar woongebied doorvoeren, eigenstandig procentuele doelstellingen en voorschriften vaststellen met betrekking tot de verwezenlijking van een sociaal woonaanbod binnen de verkavelingen, groepswoningbouw en appartementsbouw.


Krachtens artikel 4.1.13 van het Grond- en pandendecreet dienen dergelijke procentuele objectieven en voorschriften steeds te worden opgelegd in gemeenten waar de bindende sociale doelstelling, vermeld in artikel 4.1.2 van het Grond- en pandendecreet, nog niet is verwezenlijkt, wanneer de ruimtelijke uitvoeringsplannen of plannen van aanleg woonuitbreidingsgebied of woonreservegebied omzetten naar woongebied.

Krachtens artikel 7.2.34, § 1, van het Grond- en pandendecreet, dat in de bijlage bij het besluit van de Vlaamse Regering van 11 april 2008 tot vaststelling van de nadere regels met betrekking tot de vorm en de inhoud van de ruimtelijke uitvoeringsplannen de eerste gebiedsspecifieke typebepaling voor de « Categorie van gebiedsaanduiding 1 : Wonen », alsmede de bijbehorende toelichting, vervangt door twee gebiedsspecifieke typebepalingen, kunnen de daarin beoogde vergunningen pas worden uitgereikt indien binnen het verkavelings- of bouwproject een sociaal woonaanbod wordt verwezenlijkt. De in die bepaling beoogde verkavelingen en bouwprojecten vallen samen met de verkavelingen en bouwprojecten beoogd door artikel 4.1.8 van het Grond- en pandendecreet. De in die bepaling vermelde toepasselijke normen liggen hoger dan de normen vermeld in artikel 4.1.8 van het Grond- en pandendecreet.

Krachtens artikel 4.3.1, § 1, eerste lid, 3°, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening dient een vergunning te worden geweigerd indien het aangevraagde onverenigbaar is met normen en percentages betreffende de verwezenlijking van een sociaal of bescheiden woonaanbod, vastgesteld bij of krachtens het Grond- en pandendecreet.

Krachtens artikel 4.6.2, § 2, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening vervalt een stedenbouwkundige vergunning voor onbepaalde duur waaraan een sociale last is verbonden, van rechtswege indien de sociale last wordt uitgevoerd in natura en de werken niet zijn voltooid binnen de vijfjarentermijn vermeld in artikel 4.1.20, § 1, eerste lid, 2°, van het Grond- en pandendecreet. Krachtens artikel 4.6.4, § 3, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening vervalt een verkaveling waaraan een sociale last is verbonden, van rechtswege indien de sociale last wordt uitgevoerd in natura en de werken niet zijn voltooid binnen de vijfjarentermijn vermeld in artikel 4.1.20, § 1, eerste lid, 2°, van het Grond- en pandendecreet.

Aangezien die bepalingen onlosmakelijk met de vernietigde bepalingen zijn verbonden, en aangezien hun voortbestaan rechtsonzekerheid zou veroorzaken, dienen zij eveneens te worden vernietigd, in zoverre zij betrekking hebben op de sociale last.

B.10.3. De bepalingen die betrekking hebben op de verwezenlijking van een bescheiden
woonaanbod dienen evenwel niet te worden vernietigd, aangezien tegen titel 2 (« Verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod ») van boek 4 (« Maatregelen betreffende betaalbaar wonen ») van het Grond- en pandendecreet geen middelen werden ontwikkeld.]

B.11. Aangezien het derde middel niet tot een ruimere vernietiging kan leiden, dient het niet te worden onderzocht.'

Lees hier de toelichting door het Grondwettelijk Hof zelf.
Lees hier ons eerder bericht op www.grondwettelijk recht.be

Deel dit artikel