Kortrijk
Regen
7° - 12°
Antwerpen
Regen
7° - 12°
Blog
Blog
27 november 2020  | Dirk Van Heuven

Gemeentelijke aansprakelijkheid bij foutieve lijnstelling

Het hof van beroep te Gent heeft in een arrest van 26 november 2020 zich uitgesproken over een aanzienlijke schadeaanspraak met betrekking tot een foutieve lijnstelling. Het hof beslist dat de gemeenteweliswaar fout heeft gehandeld maar dat er geen causaal verband bestaat tussen deze fout en de aanzienlijke schadeaanspraken van onder andere de bouwheer:

Een bouwlijn is de onzichtbare lijn die bepaalt vanaf waar de woning mag gebouwd worden. De bouwlijn wordt bepaald op basis van de afstand die het gebouw moet bewaren tegenover de rooilijn.

Wanneer de gemeente aanvaardt om dergelijke lijnstelling te doen, wat in casu het geval was, en zij een medewerker van het gemeentebestuur heeft gestuurd die zich heeft laten bijstaan door iemand (op P.V. van lijnstelling is gemeld dat dit gebeurde in tegenwoordigheid van L. G., dan mag van een normaal voorzichtig gemeentebestuur verwacht worden dat zij deze lijnstelling op een correcte wijze uitvoert.

Dit impliceert dat ze zich niet enkel mag baseren op de voorgelegde plannen, maar ook rekening moet houden met de zichtbare toestand ter plaatse. Het behoort ook tot haar taak om zich op voorhand te informeren over het bestaande BPA/GRUP en de invloed ervan op het bepalen van de voorbouwlijn.

Bij een onduidelijke en/of onjuiste toestand moet zij weigeren de lijnstelling uit te voeren en verdere info/correcties/opmetingen eisen. Een dergelijke lijnstelling is immers het uitzetten van de bouwlijn en is meer dan het plaatsen van een streepje op een plan.
Terecht was de eerste rechter dan ook van oordeel dat de gemeente (haar medewerker) een fout heeft begaan bij het bepalen van de bouwlijn aan de zijde van de Zeelaan: de bouwlijn van het hoofdgebouw werd gelijk gesteld met de voorkant van de erker van het gebouw aan de linkerzijde. De voorbouwconstructie werd bepaald op 4 m, waar dit 5 m moest zijn (om in lijn te liggen met de voorbouwconstructie van het gebouw aan de rechterzijde).

De gemeente stelt dat er geen noodzakelijk oorzakelijk verband is tussen haar fout en de schade.
Er is slechts sprake van een oorzakelijk verband tussen fout e schade indien de schade zonder de fout zich niet zo hebben voorgedaan.
Terecht stellen de gemeente en haar verzekeraar dat de lijnstelling geen toelating is om vergunnings- en bestemmingsstrijdig verder te bouwen. Het is evenmin een regularisatievergunning.
Voor en na de foutieve lijnstelling waren de architect en de aannemer zich ervan bewust dat hun plannen niet conform de verleende stedenbouwkundige vergunning waren, en toch hebben zij bewust verder gebouwd / laten bouwen. Zij hebben nog tevergeefs een regularisatieaanvraag ingediend in januari 2008, maar hebben niet gewacht op een vergunning om verder te bouwen. Hun aanvraag werd in oktober 2008 geweigerd.
Gezien dit alles was de fout van de gemeente geen noodzakelijke oorzaak van de schade. Er was reeds begonnen met het bewust in strijd met de stedenbouwkundige vergunning te bouwen en ook na de foutieve lijnstelling werd, niettegenstaande deze wetenschap, verder gebouwd. Ook zonder de fout van de gemeente Koksijde zou de schade zich op dezelfde wijze hebben voorgedaan.

Gezien dit alles is het hof van oordeel, anders dan de eerste rechter dat geen aansprakelijkheid van de gemeente Koksijde kan worden weerhouden, bij gebrek aan noodzakelijk oorzakelijk verband tussen de fout van de gemeente en de schade.’

Referentie: Gent, 26 november 2020, nr. 2020/7874 (pub4021-2B)

Deel dit artikel