Kortrijk
Regen
7° - 14°
Antwerpen
Regen
7° - 15°
Blog
Blog
02 maart 2010  | Dirk Van Heuven

Geen overheidsfout bij plots wijzigende rechtspraak

De rechtbank van eerste aanleg te Kortrijk heeft in een recent vonnis van 16 februari 2010 geoordeeld dat een plotse wijziging in de rechtspraak omtrent de interpretatie van een rechtsregel niet automatisch tot gevolg heeft dat diegene de een inbreuk maakt op deze nieuwe interpretatie aansprakelijk kan gesteld worden.

In het geval dat aan het vonnis ten grondslag lag, had een bestuur bij een overheidsopdracht in het bestek weliswaar voorzien in de weging van elk gunningscriterium, maar niet in een exacte weging van de subgunningscriteria. Dit laatste was conform de vaste rechtspraak van de Raad van State ook niet vereist. Evenwel besliste het Hof van Justitie van Luxemburg nadien in het arrest Lianakis e.a. op 24 januari 2008 dat het transparantiebeginsel veronderstelt dat alle criteria op grond waarvan een gunning wordt overwogen kenbaar en kwantificeerbaar moeten zijn (de subgunningscriteria inbegrepen).

De rechtbank te Kortrijk boog zich over de vraag of deze wijzigende rechtspraak automatisch tot gevolg heeft dat het bestuur een fout heeft gemaakt door niet aan alle subgunningscriteria een precieze weging toe te kennen. De rechtbank oordeelt genuanceerd:

“Van een normaal en zorgvuldig OCMW kan inderdaad niet méér verwacht worden dan dat zij op het ogenblik van het uitschrijven van het bestek geldende regels en de interpretatie die hieraan op dat ogenblik in de rechtspraak en rechtsleer wordt gegeven, correct toepast. Uit het geheel van de voorliggende feiten en stukken blijkt dat het OCMW (...) zich diligent heeft gedragen bij het kwantificeren van de gunningscriteria en het toekennen van de opdracht aan (...). Naar het oordeel van de Rechtbank heeft het OCMW (...) om voornoemde reden geen fout begaan door na de indienen van de offertes een bepaald gewicht aan voorheen niet-gekwantificeerde onderdelen toe te kennen.”

De vordering van de eiser werd dan ook als ongegrond verworpen.

Referentie: Rb. Kortrijk, 16 februari 2010, onuitgeg. (PUB501793)

Deel dit artikel