Kortrijk
Regen
3° - 10°
Antwerpen
Regen
3° - 10°
Blog
Blog
24 mei 2023  | Merlijn De Rechter

De gemeentelijke omgevingsambtenaar mag op het ogenblik van de volledigheids- en ontvankelijkheidsverklaring niet overgaan tot een inhoudelijke beoordeling

Artikel 15, §1 van het Omgevingsvergunningsdecreet duidt de overheden aan die in eerste administratieve aanleg bevoegd zijn om over vergunningsaanvragen te beslissen. Het college van burgemeester en schepenen heeft voor zijn ambtsgebied beslissingsbevoegdheid over de aanvragen bedoeld in artikel 15, §1, vierde lid van het Omgevingsvergunningsdecreet.

Vooraleer het tot een beslissing kan komen, onderzoekt (meestal toch) de gemeentelijke omgevingsambtenaar (de GOA) de vergunningsaanvraag op haar ontvankelijkheid en volledigheid.

Bij onvolledigheid kan de aanvrager worden verzocht om de ontbrekende gegevens of stukken binnen een welbepaalde termijn toe te voegen. Het resultaat van het onderzoek wordt aan de aanvrager meegedeeld binnen een termijn van dertig dagen vanaf de dag na de datum van indiening van de aanvraag dan wel na de ontvangst van de ontbrekende gegevens of documenten.

Wordt de aanvraag ontvankelijk en volledig verklaard, dan kan het “onderzoek van het project” worden aangevat.

De Raad voor Vergunningsbetwistingen heeft in haar arrest van 9 februari 2023 (RvVb 9 februari 2023, nr. RvVb-A-2223-0528) nu geoordeeld dat deze procedure ook nauwgelet gevolgd dient te worden. De Raad heeft duidelijk gesteld dat het niet aan de GOA is om al een omgevingsvergunningsaanvraag af te wijzen, via de onvolledigheids- en onontvankelijkheidsverklaring, wegens een 'inhoudelijke beoordeling'.

Het luidt o.m. als volgt:

'De aanvraag in het geding werd als een verkavelingsaanvraag zonder wegenwerken ingediend. In het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek mag de aanvraag dan niet worden beoordeeld aan de hand van de vereisten op het vlak van dossiersamenstelling die gelden voor aanvragen die gepaard gaan met de aanleg, tracéwijziging, verbreding of opheffing van openbare wegen. In zoverre de gemeentelijke omgevingsambtenaar in de bestreden beslissing van het tegendeel uitgaat, is dat een naar recht onaanvaardbare motivering. Terzijde gelaten het klaar en duidelijk omschreven materieel toepassingsgebied van artikel 4.3.5 VCRO, maakt de vraag of het voorwerp van de aanvraag aan een voldoende uitgeruste weg ligt hoe dan ook deel uit van het onderzoek ten gronde van het project.Of de aangevraagde verkaveling wel voldoende ontsloten en bereikbaar is vanaf de openbare weg, vergt een beoordeling die toekomt aan het college van burgemeester en schepenen.

Het staat ook aan het college van burgemeester en schepenen om te beoordelen of het aangewezen is om private aansluitingen op de bestaande wegenis toe te staan. Waar de gemeentelijke omgevingsambtenaar motiveert dat de gemeente een private aansluiting niet zal toestaan, loopt hij op die beoordeling vooruit en overschrijdt hij zijn bevoegdheid.'

Enkel de vergunningverlenende overheid mag m.a.w. overgaan tot een inhoudelijke beoordeling. De ontvankelijkheids- en volledigheidsverklaring dient hiervoor niet, temeer hierdoor anders beroepsmogelijkheden verloren gaan.

Deel dit artikel