Uit het feit dat een partij (i.c. de Belgische Staat) uitvoering gaf aan de (bij voorraad uitvoerbare) beslissing van de kortgedingrechter kan niet afgeleid worden dat deze partij berustte in deze beslissing, ok al werd vooraf geen voorbehoud geformuleerd.
Het Brusselse hof van beroep beslist in een arrest van 19 mei 2025:
'In tegenstelling tot wat de geïntimeerde aanvoert, kan uit het feit dat de Belgische Staat uitvoering gaf aan de (bij voorraad uitvoerbare) beslissing van de kortgedingrechter niet afgeleid worden dat de Staat berustte in die beslissing. De Staat heeft immers de plicht uitvoering te geven aan rechterlijke beslissingen. Uit een afgedwongen handeling kan men niet afleiden dat degene die de handeling stelt daarmee akkoord is en ook zo zou hebben gehandeld zonder die dwang. Dat er al dan niet een voorbehoud wordt geformuleerd, is daarbij irrelevant. Uit de afwezigheid van een dergelijk expliciet voorbehoud op zich kan geenszins een berusting afgeleid worden.
De ontvankelijkheid van het hoger beroep wordt voor het overige niet betwist en er zijn geen ambtshalve op te werpen problemen op dat vlak. Het hoger beroep is ontvankelijk'.
Referentie: Brussel 19 mei 2025, nr. 2024/KR/61 (ADM999204).