Kortrijk
Regen
5° - 16°
Antwerpen
Regen
9° - 17°
Blog
Blog
20 maart 2025 | Pieterjan Seurynck

Waterschade tilt kosten naar de verhuurder

In zijn uitspraak van 16 februari 2024 heeft het vredegerecht van het kanton Beringen geoordeeld dat de gebreken aan een goederenlift, veroorzaakt door regenwaterinfiltratie, als structurele gebreken worden beschouwd volgens artikel 1798 (oud) van het Burgerlijk Wetboek. Daarnaast dienen de kosten ten gevolge van deze schade als herstellingskosten beschouwd te worden die – gelet op de afwezigheid van enig andersluidend beding – ten laste zijn van de verhuurder.

Onderliggend aan dit vonnis was het geschil waarbij de verhuurder van een handelspand de schade van aan een goederenlift wenste te verhalen op de huurder op basis van diens onderhoudsplicht. De huurder betwistte dit omdat hij van mening was dat het in wezen om een herstelkost ging, die in principe door de verhuurder gedragen moeten worden. De vrederechter was formeel en oordeelde dat de gefactureerde kosten inderdaad herstellingskosten van de lift betreffen. Dit werd ondersteund door de originele facturen die aantoonden dat er interventies waren uitgevoerd als gevolg van waterschade.

De rechter benadrukte verder dat de waterschade aan de lift door regenwater wijst op een structureel gebrek in het gebouw, dat de stevigheid ervan in gevaar brengt. Het is immers niet de bedoeling dat regenwater in een liftkoker binnendringt. Indien dat wel het geval is, zo stelt de rechter, wijst dit op een structureel probleem van het dak dat uiteindelijk de stevigheid van het gebouw in gedrang zal brengen.

Ook het argument dat de huurder de facturatie te laat zou hebben geprotesteerd kon de rechter niet overtuigen. Het voorwerp van de factuur betreft namelijk een verplichting uit hoofde van de huurovereenkomst die niet noodzakelijk gefactureerd dient te worden.

Deel dit artikel