Kortrijk
Motregen
2° - 4°
Antwerpen
Motregen
3° - 5°
Blog
Blog
15 januari 2025 | Sabiha HarrassenMerlijn De Rechter

Merlijn De Rechter en Sabiha Harrass publiceren artikel 'Burgerrechtelijke overmacht ook toepasselijk voor bestuursrechter' (STORM 2024/2)

In dit artikel bespreken Merlijn en Sabiha een arrest van de RvVb van 25 januari 2024 (nr. RvVb-A-2324-0393). In dit arrest aanvaardt de RvVb voor het eerst ‘overmacht’ als geldig excuus voor een onvervulde, nochtans duidelijk geldende voorwaarde in het kader van de zonevreemde basisrechten. De omgevingsrechter hanteert een principe van burgerrechtelijke aard om de toepassing van de VCRO door een vergunningverlenende overheid te beoordelen.

De aanvrager in die zaak kon niet voldoen aan artikel 4.4.21 VCRO, dat stelt dat een zonevreemde woning die ingevolge een ‘vreemde oorzaak’ is afgebrand kan worden werd hersteld, op voorwaarde dat de woning ‘in het jaar voorafgaand aan de vernieling of beschadiging daadwerkelijk (werd) bewoond’. De aanvrager kon dit in dit dossier niet doen, nu hij door een gerechtelijke procedure geen eigenaar was.

De RvVb beslist dat ‘niemand tot het onmogelijke is (of kan) gehouden worden’, en dat ‘het een algemeen rechtsbeginsel is dat de strengheid van de wet in geval van overmacht kan worden gemilderd’. De deputatie kon in de gegeven omstandigheden oordelen dat er sprake was van overmacht die het redelijkerwijze onmogelijk maakte om aan de voorwaarde van ‘daadwerkelijke bewoning’ conform artikel 4.4.21 VCRO te voldoen. Dat ‘niemand tot het onmogelijke kan worden gehouden’ lijkt de drempel te zijn om te bepalen of een concrete situatie al dan niet overmacht kan inhouden, hoe streng de toepassingsvoorwaarden van de zonevreemde uitzonderingsregels ook geïnterpreteerd moeten worden.

Deel dit artikel