Kortrijk
Regen
2° - 12°
Antwerpen
Bewolkt
4° - 12°
Blog
Blog
05 april 2012  | Dirk Van Heuven

Intrekking van een milieuvergunning buiten termijn = stilzwijgende weigeringsbeslissing

In het dossier dat aanleiding gaf tot het arrest nr. 218.580 van de Raad van State van 22 maart 2012 werd opgekomen tegen de beslissing van een gemeente houdende intrekking van een milieuvergunning.

Door verwerende partij werd opgeworpen dat dit beroep onontvankelijk was, nu de intrekkingsbeslissing van de milieuvergunning resulteerde in een stilzwijgende weigeringsbeslissing, die kon worden aangevochten en ook effectief werd aangevochten voor de deputatie. Enkel de beslissing van de deputatie zou aanvechtbaar zijn voor de Raad van State.

Verzoekende partij repliceerde dat de intrekkingsbeslissing niet kon vereenzelvigd worden met de stilzwijgende weigeringsbeslissing en dat, meer in het bijzonder, het intrekken van een verleende milieuvergunning niet hetzelfde is als het nalaten om binnen de wettelijke voorziene termijn een beslissing te nemen.

De Raad van State beslecht:

“De intrekking, met het collegebesluit van 24 december 2010, van de vergunningsbeslissing van 10 december 2010 heeft meegebracht dat laatstvermelde beslissing retroactief uit de rechtsorde is weggenomen. Op 24 december 2010 was de termijn waarover de verwerende partij beschikte om een expliciete beslissing te nemen over de milieuvergunningsaanvraag van de verzoekende partij reeds verstreken.De intrekking van een expliciete beslissing over een milieuvergunningsaanvraag op een ogenblik dat de termijn om uitspraak te doen over die aanvraag verstreken is, doet een stilzwijgende weigeringsbeslissing ontstaan waartegen de aanvrager bij de deputatie in beroep kan komen. Te dezen heeft de verzoekende partij die beroepsmogelijkheid ook effectief uitgeput.

Enkel in laatste aanleg en na uitputting van alle administratieve beroepen – hetgeen te dezen is gebeurd met het besluit van de deputatie van de provincie (...) van 1 juni 2011 – genomen beslissingen omtrent milieuvergunningsaanvragen, kunnen het voorwerp uitmaken van een beroep tot nietigverklaring bij de Raad van State. Ingevolge de devolutieve werking van het georganiseerd administratief beroep is de beslissing van de deputatie volledig in de plaats gekomen van de beslissingen over de aanvraag die in eerste aanleg genomen werden door het college van burgemeester en schepenen van de stad (...) die niet langer rechtsgevolgen sorteren.”

Deel dit artikel