Kortrijk
Regen
7° - 12°
Antwerpen
Regen
7° - 12°
Blog
Blog
12 mei 2010  | Dirk Van Heuven

Beroepstermijnen Raad van State "verkort" bij feitelijke kennis van de bestreden bestuurshandeling?

Traditioneel werd geoordeeld dat de beroepstermijn van 60 dagen voor de Raad van State pas begon te lopen vanaf de bekendmaking, betekening of vanaf de feitelijke kennisname van de inhoud van de bestreden bestuurshandeling, bv. een stedenbouwkundige vergunning (J. BAERT en G. DEBERSAQUES, Ontvankelijkheid, 1996, 474). Wel diende de klager zich binnen een redelijke termijn na kennisneming van het bestaan van de bestuurshandeling te informeren over de inhoud ervan.

Nieuwe en (te) strenge rechtspraak van de Raad van State lijkt een andere weg in te slaan. Thans begint de termijn te lopen vanaf de kennisname van "het bestaan, de aard en draagwijdte" van de bestreden bestuurshandeling, niet "van de precieze inhoud ervan, noch van het griefhoudend karakter ervan, noch van alle mogelijke onwettigheden die eraan kleven". M.a.w. de termijn wordt niet meer verlengd met de dagen nodig om kennis te nemen van de precieze inhoud en het al dan niet grievende karakter van de bestuurshandeling!

Inzake stedenbouwvergunningen is dit niet meer relevant, nu de beroepstermijn voor de Raad voor Vergunningsbetwistingen begint te lopen vanaf de dag na de aanplakking (artikel 4.8.16 § 2 VCRO) ... voor zover deze aanplakking correct gebeurt.

Referentie : RvS nr. 198.961, 15 december 2009.

Post scriptum 16/5/2010. Wordt de soep toch niet zo heet gegeten als ze wordt opgediend? Zie het arrest RvS nr. 201.639 van 8 maart 2010:

"Het beginsel volgens hetwelk voorkomen moet worden dat de gelding van administratieve beslissingen te lang onzeker blijft en dat aan het voormelde artikel 4 van de procedureregeling ten grondslag ligt, eensdeels, en de noodzaak van een evenwichtige bescherming van de belangen én van de bouwheer én van de omwonenden en andere belanghebbende personen, anderdeels, brengen met zich mee dat degene die meent te worden benadeeld door een bouwvergunning en die het bestaan van die vergunning moet vermoeden, de verplichting heeft om binnen een redelijke termijn gebruik te maken van de hem ter beschikking staande middelen om kennis te nemen van de inhoud van de afgegeven bouwvergunning.Eens die redelijke termijn is verstreken, neemt de termijn van zestig dagen om een annulatieberoep in te dienen, een aanvang".

Deel dit artikel